Al in 1783 komt op een landkaart de Joodse begraafplaats voor. De heren van Nienoord hadden een tot hun familiebezit behorende 'opgeworpen hoogte' ter beschikking gesteld aan de Joodse gezinnen in Leek. Het familie bezit ging over naar de bewoners van huis Ter Heyl en in 1805 werd officieel bepaald dat de Joodse gemeente ' ten eeuwigen dage" het gebruiksrecht kreeg. Zij kregen de Joodse begraafplaats buiten de bebouwde kom ‘te Diepswalle’, voor de jaarlijkse pacht van één carolus gulden. Dus al voor 1783 was de begraafplaats in gebruik.
De begraafplaats ligt opmerkelijk hoger dan de omringende landerijen. Terwijl het vroeger in de heidevelden lag wordt de begraafplaats door de uitbreiding van Leek nu omringd door een nieuwe buitenwijk.
De begraafplaats is rustiek gelegen, met een paar oude bomen en is omringd door een beukenhaag. Het huisje in het midden wordt ‘Metaheerhuis’ genoemd, het was gebruikelijk dat daar de overledene werd gewassen. Er staan 87 grafstenen. Er liggen echter veel meer mensen begraven; de vroegere houten grafzerken zijn vergaan.
De Joodse begraafplaats van Leek is eigendom van het NIK (Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap).Voor het onderhoud wordt ook zorg gedragen door de gemeente Leek. De Samuel Levie Stichting ziet toe op het bezoeken van de begraafplaats en heeft het beheer over de sleutel.
Voor meer informatie over de grafstenen op de Joodse Begraafplaats kunt u de website Stenenarchief bezoeken.